‘Data, het vaccin voor de Maakindustrie’. Dat was het thema van een uitermate boeiende round table over hoe maakbedrijven waarde uit hun data kunnen halen. Een 15-tal toppers uit de Nederlandse industriële sector discussieerde online over de versnellers en vertragers in de digitale transformatie van hun organisatie. Eén ding werd duidelijk: ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren’. Het vaccin is er, hoe versnellen we de vaccinatie?
De round table was een initiatief van Valid Digital Business. ,,Wij geloven in de onbegrensde mogelijkheden van data,” aldus gastheer Frank Maes, tevens directeur van Valid Digital Business. ,,Wij verminderen aan de achterkant de complexiteit van legacy-systemen en door data te integreren versnellen we innovatie aan de voorkant. Veelal op ons smart data platform.”
De deelnemers waren afkomstig uit allerlei deelgebieden van de maakindustrie. Variërend van sterke lokale spelers tot multinationals van naam en faam. Bedrijven op verschillende plaatsen van de digital journey, nog aan het begin of al een stuk op weg. Maar ieder met herkenbare vraagstukken en uitdagingen.
Nic Roest en Michael Franzen van PwC legden de basis onder de discussie aan de hand van de CIO Survey naar de trends en ontwikkelingen in de maakindustrie. Covid-19 heeft leveringsketens op hun kop gezet, e-commerce en thuiswerken hebben een boost gekregen. Dit komt bovenop de al langer gaande trends op het gebied van technologie en innovatie, waarin IoT, robotisering, Augmented/Virtual Reality en cloud zich met name in de maakindustrie manifesteren. En natuurlijk dwingen klimaatzorgen de industrie milieubewuster en meer circulair te produceren. ,,91% van de CIO’s in de industrie investeert in digitalisering. Om slimmer vooruit te kijken en om waarde te creëren”, zegt Franzen.
Digitale fabriek
Maakbedrijven zien vooral kansen in plaats van risico’s. Met name in Midden-Europa gaat het snel. ,,Negen van de tien industriële bedrijven in het hart van Europa creëert een digitale fabriek." Franzen: ,,Meerwaarde wordt gecreëerd door efficiencyverbetering met automatisering en robotisering. En uit de mogelijkheid om nieuwe bedrijfsmodellen te scheppen. Het digitaliseren en connecteren van fysieke producten en machines legt daar de basis voor."
Hij geeft het voorbeeld van een leverancier van CV-ketels. Door die ketels met sensoren uit te rusten en op internet aan te sluiten, kan op afstand worden gemonitord hoe de ketel functioneert en of er onderhoud nodig is. ,,Ga je een stapje verder, dan bied je een abonnement aan op een comfortabele binnentemperatuur in het huis van de klant. Dat is een waardepropositie die interessanter is dan 15 jaar te moeten wachten tot de ketel aan vervanging toe is en dan maar hopen dat de klant niet naar de concurrent gaat."
Spanning tussen snelheid en kwaliteit
PwC-collega Roest legt uit dat datagericht innoveren consequenties heeft voor IT. ,,Er bestaat in dataprojecten spanning tussen snelheid en kwaliteit. Het hangt van de context af wat prioriteit heeft. Vraag je een business owner, dan vindt die een betrouwbaarheid van bijvoorbeeld 70% acceptabel, als de data maar snel vindbaar en beschikbaar zijn. Iemand die verantwoordelijk is voor compliance, wil 100% kwaliteit."
PwC ziet drie startroutes voor dataprojecten in de maakindustrie: functie-gerelateerd (bijvoorbeeld van inkoop), technologie-georiënteerd (bijvoorbeeld IoT) en transformatie-gedreven (bijvoorbeeld van producten naar services). Roest: ,,De laatste route maakt de meeste kans op duurzaam succes." Er is dan nagedacht over waar het bedrijf over een paar jaar wil zijn. De grote strategische vragen ‘Waarom’, ‘Wat’ en ‘Hoe’ zijn in de juiste volgorde beantwoord. De twee andere startroutes beginnen direct met het ‘Wat’, met alle kans op onvoldoende aansluiting met de strategie.
Roest: ,,Denk groot en begin klein. Scherp de bedrijfsstrategie zo nodig aan. Zet dan een aantal pilots op, mede om vast te stellen welke capabilities je nodig hebt. Bouw die op zodat je volleerd wordt op datagebied. Vanuit die virtuositeit bed je de digitale transformatie in binnen de rest van de organisatie, de bedrijfsprocessen en uiteindelijk het ecosysteem van het maakbedrijf." Dit vraagt om uitbreiding van de Board met de relatief nieuwe functie van Chief Digital Officer of Chief Data Officer waar de verantwoordelijkheid voor de digitale transformatie en innovatie is belegd. Een van de deelnemers, werkzaam bij een bedrijf met de nodige ervaring in digitale transformatie en data: ,, Wij hebben goede ervaringen met een Data Science Competence Center-achtige organisatie, die rechtstreeks onder de CIO hangt en gemandateerd is voor de hele organisatie.”
Een andere deelnemer merkt echter op dat in veel organisaties digitalisering nog steeds valt onder de CFO of de COO, wat doelstellingen en aanpak kan kleuren. Een derde deelnemer herkent dit risico: ,,Sponsorship vanuit de Board moet meer zijn dan alleen het toekennen van budget." Een vierde deelnemer signaleert dat digitale innovatie met zich mee kan brengen dat je zo nodig andere partners en leveranciers toe moet laten tot het ecosysteem. Partijen die meekunnen in de digitale transformatie en deze kunnen faciliteren. ,,Voor telemetrie en connectivity heb je heel andere partijen nodig dan waarmee je gewend bent te werken."
IT en het succes van digitaliseringsprojecten
Digitale transformatie stelt eisen aan IT. Niet alleen omdat IT data-innovatieprojecten moet kunnen aanjagen en faciliteren, maar ook omdat zij zelf mee zal transformeren om sneller en flexibeler in te spelen op verandering. Roest: ‘’Migratie naar de cloud is dan onvermijdelijk, vanuit het oogpunt van schaalbaarheid en connectiviteit." Roest noemt een aantal manieren waarop IT kan bijdragen aan het succes van digitaliseringsprojecten bij maakbedrijven: ,,Complexiteitsreductie van IT, vergroten van de wendbaarheid van de organisatie, prioriteren en inzichtelijk maken van de benodigde investeringen en tenslotte het kunnen stimuleren van innovatie."
Van beheren naar voorspellen
Microsoft-coryfee Rudy Doornewaard ziet een duidelijke investeringsbereidheid in de maakindustrie, gedreven door een omslag van het moeten beheren naar willen voorspellen op basis van data. Dat vraagt om veel meer data, ook uit bronnen van derden, zoals partners en overheden. Dat vraagt bovendien om veel meer (kunstmatige) intelligentie en zelflerende systemen. We gaan toe naar een meer gedistribueerde omgang met data. Centraal in de cloud als het moet, decentraal op locatie als het kan. Het verbinden van de ‘intelligent edge’ met de cloud is dan ook het thema van de komende jaren.
Die intelligente ‘randapparatuur’ kan van alles zijn: een connected container, een smartphone of -watch, een auto, een productiemachine of een sensor. Dataverwerking en besluitvorming gebeurt op de 'edge' en in real-time. De cloud aggregeert alle data voor opslag en analyse over het hele systeem heen. Alles en iedereen krijgt een ‘digital twin’ - een digitale afspiegeling - en een connectie met internet of een ander netwerk. Dat het allang niet meer gaat om kleine dataprojecten, blijkt uit het voorbeeld van rederij Maersk, die meer dan 400.000 scheepscontainers heeft uitgerust met sensoren voor het meten van temperatuur, beweging, luchtvochtigheid en locatie. Dit levert een schat aan data op voor allerlei bedrijfsfuncties. Niet alleen administratief maar ook voor planning en bevrachting.
OT en IT
Doornewaard signaleert dat de werelden van OT (‘Operational Technology’) en IT (‘Information Technology’) vaak wat moeilijk communiceren. Ze zijn lastig op één lijn te krijgen omdat belangen en culturen uiteenlopen. Een van de deelnemers beaamt dit voluit. ,,Wij rekenen voor aan Operations welke winst verwacht kan worden van bepaalde innovaties, maar de reactie is soms ‘het klopt niet’, ‘bij ons werkt dat niet’ of zelfs ‘het zal allemaal wel, maar wij gaan het niet doen’. Bij digitale transformatie moet je dergelijke rituelen doorbreken. Daar is doorzettingsmacht van het hoogste management voor nodig."
Een overtuigende business case op zijn Amerikaans is dus niet altijd een garantie voor succes. Er kunnen culturele hindernissen in de weg staan. Een deelnemer herkent dit volledig. ,,Ik werk bij een Japans bedrijf; ons management denkt veel meer in termen van lange termijn en kwaliteit. Je krijgt eerder de handen op elkaar voor innovatie die helpt om milieubelasting te verminderen of om beter tegemoet te komen aan regelgeving en compliance."
Een door beide OT/IT-domeinen gedeeld dataplatform kan een goed begin zijn en uiteindelijk dienen als katalysator is voor het opwekken van de vraag. Maar dan moet je wel de bereidheid hebben om data te delen. Dat kan intern gevoelig liggen. En in veel gevallen mag het wettelijk gewoonweg niet. Een specialist op het gebied van digitale transformatie bij een fabrikant van medische apparatuur, merkt dat de AVG in de weg staat om data ten volle te gebruiken voor het verbeteren van diagnostiek en behandeling: ,,de privacy-wetgeving is in sommige gevallen een gevaar voor de volksgezondheid.”
En dan is er ook nog de klant. Wat is er mooier dan via predictive maintenance regulier onderhoud op geleverde machines te plannen en storingen voor te zijn? “Ik heb klanten die gewoonweg niet willen dat iemand anders kan volgen wat onze machines bij hen doen. Dit om intellectueel eigendom te beschermen en om de concurrentie niet wijzer te maken”, zegt een deelnemer. Ook Maes ziet dat de waarde van data vaak intuïtief gevoeld wordt: ,,’Het zijn onze data. Daar mag je niet zomaar aankomen’, hoor je dan.”
Lucht verkopen
Het blijft dus zoeken naar manieren om met data bedrijfsprocessen te verbeteren. Nieuwe verdienmodellen ontwikkelen lijkt dan helemaal toekomstmuziek. Volgens Doornewaard is het echter een kwestie van tijd. Enthousiast vertelt hij over een fabrikant van luchtcompressoren die geen machines meer verkoopt maar kubieke meters lucht. En een bouwer van lopende bandsystemen voor de logistiek krijgt betaald naar rato van het aantal pakketjes dat over de band gaat. ,,Het is nog vroeg voor dergelijke vormen van revenue sharing. Maar met goede data kan het uitstekend."
Eén ding werd wel duidelijk uit de door moderator Dennis van Ravenswaaij (business partner van Valid en mede-eigenaar van adviesbureau Norgey) uitstekend geleide discussie: de rol van de Board is cruciaal. Om de strategie uit te zetten, in woord en gebaar steun te geven, mensen en middelen toe te kennen en - minstens zo belangrijk - om culturele belemmeringen op te ruimen en improductieve rituelen te beëindigen.
Meer weten over de waarde van data? Download hier de ‘Nationale Benchmark Data Innovatie in Industrie - 2020’ die Valid in april vorig jaar heeft uitgebracht.